Instructiebad
- Bad 1 Paars/oranje Watergewenning
- Bad 2 Geel/groen Beenslagen maken
- Bad 3 Rood/wit Met armen en benen zwemmen
- Bad 4 Blauw/rose Oefenen voor het A-diploma
Bad 1 – Watergewenning
Ik leer spelen in het water. Kan al met mijn hoofd in het water en onderwater, kan vallen en springen in het water. Leer drijven op mijn buik en rug. Ik leer zelfs het begin van borstcrawl en rugcrawl. Alleen de benen van de crawlslag kan ik maken.
Bad 2 – Beenslagen maken
Ik kan op mijn buik drijven en ga goed oefenen voor een sterke beenslag. Ik kan ook al op mijn rug drijven en moet goed oefenen voor een beenslag. Ook kan ik iets van de bodem oprapen. Van de kant afspringen en zelf weer op de kant klimmen kan ik ook. De beenslag van de borstcrawl en de rugcrawl gaat al aardig goed.
Bad 3 – Met armen en benen zwemmen
De armslag ga ik leren en kan dat op het juiste moment met de beenslag combineren. Nog goed oefenen voor een goede schoolslag. Ook kan ik goed ademhalen. Op de rug blijven oefenen met de beenslag. Ik leer ook bij de borstcrawl en de rugcrawl de armslag te combineren met de beenslag. Ik kan al naar de overkant van het ondiepe bad zwemmen zonder te gaan staan.
Bad 4 – Oefenen voor het A-diploma
Ik kan het hele badje al rondzwemmen met de schoolslag en de rugslag. Ook haal ik de overkant met borstcrawl en rugcrawl. Alle slagen zijn nu goed. Ik leer de halve draai – van schoolslag naar rugslag. Ik kan ook al door het zeil heen zwemmen. Dus heb ik geleerd hoe ik onderwater kan zwemmen. Ook kan ik nog drijven op mijn buik –10 seconden en op mijn rug –10 seconden. Ik ga nu naar het diepe bad toe waar ik hele banen kan zwemmen, leer watertrappen en leer duiken.